Themabrief 20

Waarom een waaromvraag niet werkt

Over het begrijpen van gedrag. 

 

Elke organisatie die veiligheid hoog in het vaandel heeft, doet onderzoek als er een incident is geweest. Doorgaans wordt dan aan de veroorzaker gevraagd waarom die zo gehandeld heeft. Zo hopen we een motief achter het gedrag te vinden. Helaas zijn antwoorden op deze vraag zelden bruikbaar. In deze themabrief een verklaring waarom dat zo is en wat men beter kan doen.

Bewust en nietbewust

De waaromvraag veronderstelt dat de mens een rationele verklaring heeft voor zijn gedrag. De moderne psychologie leert ons echter anders. We zien onszelf als een bewust handelend wezen, maar in feite komt het meeste gedrag voort uit ons nietbewuste. Dat nietbewuste is een soort bestuurscentrum van geautomatiseerd gedrag. Meer dan 99% van ons gedrag komt zo tot stand. Normaal gesproken wordt het bewuste alleen geactiveerd bij nieuwe of onbekende situaties. Communicatie is zo’n gebied waar we veel bewustzijn gebruiken omdat we niet weten wat de ander gaat zeggen.

Automatische piloot

Om die 99% nietbewust gedrag toe te lichten verwijs ik naar een van de gevaarlijkste activiteiten uit ons dagelijkse leven: autorijden. Ook al beseffen we dat er in Nederland dagelijks 2 doden en 40 gewonden vallen, autorijden gebeurt veelal op de automatische piloot. Hoe vaak is het je niet overkomen dat je ineens ontdekt dat je al een heel eind verder bent dan gedacht? Wellicht heb je, zonder dat je het in de gaten had, wel een kwartier op de nietbewuste piloot vertrouwd. In die tijd heb je 130 kilometer per uur gereden, auto’s ingehaald en kruispunten overgestoken. Toch ben je op een veilige manier thuisgekomen. Jouw nietbewuste heeft al die tijd het stuur in handen gehad.

Intentie

Dat gedrag voortkomt uit het nietbewuste wil echter niet zeggen dat er geen intentie achter zit. Veel van het nietbewuste gedrag hebben we ooit aangeleerd met behulp van het bewuste. Bij het aanleren zijn steeds automatismen gekoppeld aan intenties om iets te bereiken. Die intenties zijn er nog steeds. Er is dus wel zeker een logica in ons gedrag te ontdekken. Ook nietbewust gedrag is betekenisvol.

Complexiteit

Het probleem van de waaromvraag ligt dan ook ergens anders: het nietbewuste maakt keuzes en die zijn soms heel complex. Daarbij strijden vele delen van het brein om hun eigen wensen gehonoreerd te krijgen. Deze wensen zijn vaak tegenstrijdig; intenties ruziën met elkaar. We eten graag lekkere dingen, maar we willen ook afvallen. Juist door die complexiteit kan gedrag nooit herleid worden tot een eenvoudige, logische reden. Vaak is er helemaal geen eenduidige verklaring voor ons gedrag. Want hoe moeten we nu verklaren waarom we dat toastje toch hebben gegeten?

We geloven onze eigen verklaringen

Een waaromvraag wordt gesteld aan het bewuste en dus aan het verkeerde loket. Maar ja, in deze rationele samenleving ga je toch niet vertellen dat je ook niet precies weet waarom je iets gedaan hebt? Daarom formuleer je een mooi logisch antwoord. Victor Lamme (2010, De vrije wil bestaat niet) liet mensen in een eerste onderzoek gedrag vertonen en legde ze daarbij motieven in de mond. In een tweede onderzoek vroeg hij waarom ze dat eerder gedaan hadden en wat bleek: velen geloofden echt in de reden die hun in de mond was gelegd. Het onderzoek toont aan dat nietbewust gedrag voorzien kan worden van een bewust etiket over een motief en dat we daarin gaan geloven als een soort alibi om ons zo te gedragen. Zo doen we dat bij veel van ons gedrag. Het is daarom verstandig om antwoorden op waaromvragen maar niet al te serieus te nemen.

De ander begrijpen

Maar wat is dan wel een geschikte manier is om een veiligheidsincident te onderzoeken en kan een gesprek daar wel een rol in vervullen? Mijns inziens heeft dit wel degelijk zin, al is het niet zozeer om een motief te ontdekken, dan wel om te begrijpen hoe die persoon in die situatie tot dat gedrag is gekomen. Onderstaande vragen zijn dan mogelijk relevanter:

- Welke invloed had de omgeving op deze persoon opdat hij zo gehandeld heeft? Denk hierbij aan stress, groepsdruk, verkeerde voorbeelden, oogluikend toegestane procedures, ongeschreven regels van het team, etc.

- Wat in de leergeschiedenis van deze persoon heeft bijgedragen tot dit gedrag? Denk hierbij aan inwerkprogramma, rolmodellen en bestaande gewoontes.

- Wat in het systeem van die persoon heeft bijgedragen tot dit gedrag? Was hij in de positie om gevaar te kunnen ontdekken (risicosensitiviteit) en risico’s te kunnen inschatten (risicobegrip)?

De antwoorden op deze vragen kunnen helpen een beeld te schetsen van wat zich heeft afgespeeld.

Samengevat

De waaromvraag stellen na een veiligheidsincident om zo het motief van het gedrag te achterhalen is weinig zinvol. Gedrag wordt zelden veroorzaakt door een eenduidig motief. Vraag liever hoe iemand in die situatie tot dat gedrag gekomen is. Een zinvolle verklaring voor een incident ontstaat als jij je zo kunt inleven in die ander, dat je beseft dat je in die situatie mogelijk hetzelfde gedaan zou hebben. Pas dan heb je het incident vanuit het perspectief van de ander begrepen. Dat besef biedt een reële basis om verdere acties op te ontwikkelen.

Juni Daalmans, januari 2013

 

De theoretisch achtergrond van deze themabrief is uitgewerkt in het recentelijk bij Elsevier verschenen boek: Human Behavior in Hazardous Situations. Best Practice Safety Management in Chemical and Process Industries (Daalmans, 2012) Wil je meer weten over het creëren van veiligheid volgens deze visie? Kijk dan ook op: www.brainbasedsafety.nl